Logo

Professie zonder collega’s

ONO Conference in Hilversum.

Het is niet dat ze oncollegiaal zijn, maar journalistieke ombudsmannen hebben per definitie weinig collega’s. Niet bij het medium waarvoor ze werken. Of beter gezegd: wáár ze werken, want een ombudsman heeft als eerste ‘baas’ het nieuwspubliek en daarna pas het medium. Maar publiek is geen collega. Dus zoeken de nieuwsombudsmannen van de wereld elkaar soms op.

Aangezien er in het leven een vereniging is voor alles, is er ook een vereniging van ombudsmannen. De ONO, voluit de Organization for News Ombudsmen and Standard Editors, houdt eens per jaar een kleine conferentie. Voor het broodnodige collegiale sparren. Want als de editorial director van de Australische publieke omroep ABC meer tijd kwijt is aan het getuigen voor overheidscommissies dan aan de publieke omroep zelf, dan willen ombudsmannen van andere (publieke) omroepen wel horen of toenemende politieke aandacht ook hen kan raken. En als der Ombudsmann van een Zwitserse krant zijn hoofd breekt over privacy en de #MeToo-affaire, is er niet alleen in Nederland minstens één collega die sympathiseert. 

Hoeveel ombudsmannen (en –vrouwen) er zijn is al lang niet meer onderzocht. ONO heeft ongeveer 55 leden en dat aantal is licht dalende. In een tijd van krimpende budgetten bekostigen media niet allemaal even graag een in-house critic. In de Verenigde Staten verdwenen de laatste jaren nogal wat ombudsposities, of vervingen directies hun public editor door een readers desk zonder onafhankelijke positie of statuut. Elders redeneerde een hoofdredacteur dat kritiek toch wel via sociale media kwam. En ook al was dat waar, een onafhankelijk ombudsman doet toch iets anders dan een Twitter-tribunaal.

Maar er kwamen ook media-met-ombudsman bij. Soms na een schandaal dat een correctiemechanisme behoefde, zoals vorig jaar bij het Duitse weekblad Bild waar een verzonnen verhaal gepubliceerd bleek te zijn. Of, zoals vorig jaar bij NPO en VRT, omdat de grotendeels met publiek geld gefinancierde organisaties groter belang aan publieke verantwoording wilden geven.

Behouden dan wel herwinnen van vertrouwen 

Er zijn natuurlijk de lokale journalistieke incidenten of de louter nationale hypes die ombudsaandacht behoeven. Maar er is ook veel dat nieuwspubliek, journalisten en dus ook de nieuwsombudsmannen ter wereld bindt. Als ik in juni in Hilversum zo’n dertig ONO-leden ontvang voor hun jaarlijkse conferentie, staat het behouden dan wel herwinnen van vertrouwen in media bovenaan een ieders agenda.

We zullen niet makkelijk een potje gaan wijzen naar buitenwacht of presidentiële macht. Wel praten we over manieren waarop de journalistiek zélf kan zorgen dat het publiek bereid blijft reportages serieus te nemen, voor de nieuwsvoorziening blijft betalen en journalistieke informatie durft te vertrouwen bij het vormen van een mening. Hoe goed kan de verslaggever nog factchecken of hebben we er straks een robot bij nodig? Is een redactie in staat tot een onbevooroordeelde blik? Houdt wetgever of adverteerder zijn handen af van de journalistieke inhoud?

En we verkennen oplossingen. Helpt het als een medium een ombudsman heeft: iemand die met gezag fouten aankaart en namens de kijker om verantwoording vraagt, maar die ook zal uitleggen hoe journalisten werken en dat nieuws dat u niet zint niet per definitie nep is? Wat kunnen we met initiatieven als The Trust Project, een brede internationale samenwerking van academici en media die het publiek gereedschap biedt om te doorgronden of een medium betrouwbaar is.

Toverwoord transparantie

De journalistiek moet streven naar zoveel mogelijk transparantie, want het publiek heeft lang niet altijd voor ogen hoe nieuws tot stand komt. Kranten, online platforms en omroepen moeten open zijn over inhoudelijke keuzes die gemaakt worden; over financieringsbronnen, commerciële ruimte en geldbesteding; over gemaakte fouten en ideologische achtergrond. Journalisten werken met afspraken over correct journalistiek handelen en dienen zich daaraan dus te houden. Foutloos, fair en feitelijk, zo willen we als ombudsman onze nieuwsmakers graag zien, of ze nu in Toronto, Delhi of Botswana werken.

Omdat nieuws niet stopt en er 24/7 journalistiek werk gemaakt wordt, kan menig ombudsman niet alles van eigen makelij zien, horen of lezen. Ook de NPO-ombudsman niet. Aan het publiek dus de taak om de ombudsmannen te voeden met vragen en klachten. 

Dus, bent u begin juni in de buurt van het Hilversumse Instituut voor Beeld en Geluid? Let dan op: er lopen ombudsmannen in het wild. En ze mogen gevoederd worden!

Deel deze pagina
Omroepen
AVROTROS