12 mei 2017

Deel 3: Hoeveel ruimte vraagt of krijgt de politicus?

In een serie columns bekijkt de ombudsman diverse aspecten van de honderden uren tv- en radio en de vele content op omroepsites en sociale media die tijdens de campagne aan de politiek besteed werden.

Er was verontwaardiging over de bejegening van politici in campagnetijd. De ene keer vond men de journalist te aardig, de andere keer het programma niet eerlijk. 

Eerder onderzocht de ombudsman de start in Spijkenisse van de PVV-campagne, die door de NOS-verslaggever ter plaatse te veel aanwezigen kreeg toegedicht. Een fout, vervelend, maar fouten worden gemaakt. Ook ontving de ombudsman meermalen de verzuchting dat alles wat Geert Wilders deed of zei tot nieuws werd verheven en er te weinig kritisch werd doorgevraagd. Dat partij en lijsttrekker zich nauwelijks rechtstreeks líeten bevragen, werd dan nog wel eens vergeten. 50% van de zendtijd die aan de PVV werd besteed vulde zich, al dan niet noodgedwongen, door óver de partij te praten zónder dat die erbij was.

Daarbij zij opgemerkt dat de PVV-leider niet slechts campagne voerde. Hij werd in deze periode ook een aantal malen nieuws door zaken die weinig met het trekken van kiezers te maken hadden maar hem wel in beeld brachten. Dat gold ook voor partijen als Forum voor Democratie, 50Plus en DENK. Zie voor een uitgebreidere analyse van de aandacht die aan diverse kopstukken en partijen werd besteed deze column. Hier richten we de blik op enkele opmerkelijke ontmoetingen tussen politici en publiek.

Pechtold en het voltooid leven



Op 2 maart, op het einde van de avond, meldden zich meerdere kijkers bij de ombudsman. Zojuist was D66-lijsttrekker Alexander Pechtold in het programma Nieuwsuur geconfronteerd met een kiezer met een vraag. De man van 57 jaar beschouwde zijn leven als voltooid en zei dood te willen, maar volgens een initiatiefwetsvoorstel van D66 zou hij daar nog 18 jaar op moeten wachten. Mag je een politicus zo voor het blok zetten, vroegen kijkers, dit was een overvaltechniek. En werd dit gevoelige onderwerp zo wel kies behandeld?

De volgende dag vertelde de hoofdredacteur van Nieuwsuur in DWDD dat alle twaalf door het programma uitgenodigde lijsttrekkers wisten dat ze tegenover drie kiezers zouden komen te zitten, maar niet met welke vragen ze precies geconfronteerd zouden worden. Dat zou de spontaniteit van het gesprek ten goede komen. Als, zo vertelde de hoofdredacteur aan de ombudsman, een partij ernaar zou vragen, dan zou de thematiek in algemene zin meegedeeld worden. Pechtold had op navraag van D66 eerder die middag gehoord dat er een kijker met een levenseinde-vraag aan het woord zou komen, maar niet precies hoe.

De redactie had voor dit thema gekozen omdat het een voor de partij dominerend thema was. Er was ook van tevoren uitgebreid met de studiogast gesproken om zeker te weten dat er geen ‘gekkie’ binnengehaald zou worden. En er werd voor de gedachtewisseling over de stervenswens in televisie-termen ruim de tijd genomen (6 à 7 minuten). “Dat alles maakte dat we vonden dat we dit konden doen,” zei de hoofdredacteur, “een politicus van dit kaliber moet dit aankunnen.”

De ombudsman scheidt hier graag onderwerp van aanpak. De D66-voorman vertelde bij DWDD dat dit “de hefstigste, de allermeest indringende” individuele vraag ooit was en de emotie die dit bij hem opriep zorgde mede voor een gedenkwaardig gesprek. Maar al droeg de gevoeligheid van het onderwerp bij aan de ophef over het interview, voor een beoordeling op zorgvuldig journalistiek handelen maakte de inhoud van de discussie in Nieuwsuur niet uit. De aanpak leidde sowieso, niet alleen bij Pechtold, tot interessante en onverwachte televisie.

Maar is deze aanpak het open vizier waarmee de journalist te werk moet gaan, ook volgens de door de publieke omroepen zelf opgestelde normen? Of is hier wat op tv goed werkt op termijn de vijand van wat goed is voor de eigen betrouwbaarheid? Ik vind ook dat een politicus stevig aan de tand gevoeld en van de gebaande paden gehaald mag worden. Maar laat het verrassingselement en het medium ‘live-tv’ niet leiden tot het andere uiterste: ‘uitlok-tv’.  

“Dat is een gevoelige term en bij Nieuwsuur nooit het streven,” zegt de hoofdredacteur, “in dit format was de spontaniteit dat wel. De manier waarop politici reageren, de woorden die ze kiezen, de wijze waarop ze met kiezers in gesprek gaan heeft óók journalistieke waarde, niet alleen de inhoud in de zin van ‘dit is de vraag en dit is het antwoord’.”  Toch is de scheidslijn dun. En het effect wellicht zelfs averechts, als een politicus hierdoor een volgend interview nog meer gaat regisseren of helemaal niet meer komt. Is dat erg? Daarover straks.

Groningen versus Rutte

Vier dagen na Pechtold werd VVD-leider Rutte in een andere studio geconfronteerd met een zaal boze Groningers. En ook nu kwam de vraag bij de ombudsman of dit wel kon, al waren de klachten minder scherp. Wellicht door de aard van het onderwerp (geen ‘leven of dood’). Of men vond dat Rutte als premier de discussie met Groningen had ontweken en werd meer gebillijkt dat tijdens de campagne alsnog een confrontatie werd gecreëerd. Maar in de aard van het journalistiek handelen is er weinig verschil met de casus-Pechtold, vindt de ombudsman.




 

Voor en na de uitzending van Pauw & Jinek - De Verkiezingen is er flinke discussie op de redactie zelf. Dat heeft te maken met combinatie van een zaal vol boze Groningers en de gasten aan tafel die ook al niet tot de fanclub van de premier behoren. Maar de line up staat. 

De eindredacteur van de dag zegt tegen de ombudsman “Wij wilden in ons programma geen debatten deze keer, maar korte confrontaties van politici met de gevoelens in het land. De uitgenodigde politici wisten dat er gewone mensen naar de uitzendingen zouden komen, maar niet wie er op welke dag zou komen en waar het over zou gaan. Tot op de dag zelf.” 

Desgevraagd zegt het VVD-campagneteam dat het telefoontje over de herkomst van het publiek in de middag kwam, nadat een bus vol Groningers zelf twitterde dat ze op weg waren naar de studio. “Misschien is daardoor het telefoontje naar ons bespoedigd,” zegt de VVD, de redactie ontkent enige druk van buitenaf.

Mark Rutte wist dus een aantal uren van tevoren dat hij de Groningers zou treffen. “Maar we hadden de felheid van de discussie niet voorzien,” zegt de eindredacteur, “en de Groningers waren niet te sturen.” Dat laatste gelooft de ombudsman onmiddellijk, het eerste kost haar – na alle artikelen, reportages en documentaires over de gas-gedupeerden – wel wat meer moeite. Als redactie van Pauw & Jinek doe je immers je voorwerk. Maar ook hier was er het streven bij de programmamakers om campagneretoriek en gescripte interviews te vermijden. “Als politieke televisie niet mag schuren…”, zegt de eindredacteur. “Ik denk dat we een uitzending hebben gemaakt over echte onderwerpen, waar ik over tien jaar nog met trots op terugkijk.”

Het VVD-campagneteam kijkt er anders op terug. “Dit had weinig meer met spontaniteit te maken, dit was een soort volkstribunaal. Dat je je gasten laat brieft, dat zij zo. Maar dit was een onheuse bejegening door de zaal. Als je dat als presentator niet aanpakt ben je net zo verantwoordelijk voor die bejegening,” vindt de campagneleider.

Hier wreekte zich vervolgens bijna wat de ombudsman eerder nog als hypothetisch schetste. Het campagneteam was dermate not amused met de gang van zaken dat er stevige woorden zijn gevallen, ook over toekomstige deelname aan het programma. En al ging de kou tussen programma en partij ook snel weer uit de lucht, “wij neigen wel naar strakkere afspraken,” zegt de campagneleider.

De eindredacteur van Pauw & Jinek ziet een gedeelde verantwoordelijkheid tussen programma’s en politiek en verwijst met weemoed naar twintig jaar geleden. “Toen maakten we bijvoorbeeld De Kloof  een programma waar politici in debat gingen met het land. Dat deden we ook kort voor de verkiezingen waar Fortuyn zijn historische zege boekte. Alle ministers kwamen zonder enig probleem. Die bereidheid is alleen maar afgenomen.” De campagneleider: “Het gaat er niet om of een politicus dit aankan, het gaat erom of je dit nog wilt. Al weet ik niet welke afspraken we hadden moeten maken om deze scheldpartij te voorkomen.”

Omdraaien

Moet een programma dan, om geen bronnen van zich te vervreemden of belangrijke gasten kwijt te raken, maar alles door de partijen laten dichttimmeren? Natuurlijk niet. Er zullen altijd onderwerpen en onthullingen zijn waarmee je een politicus, getraind of ongetraind, zonder waarschuwing of overleg, spontaan benadert. Als een politicus daar niet aan wil en daarna nooit meer voor je microfoon wil komen, dan is dat maar zo.

Maar draai het nu eens om. Zou Alexander Pechtold nu echt bij Nieuwsuur zijn weggebleven als hij geweten had dat hem een heel persoonlijke stervenswens zou worden voorgelegd? Had Rutte zijn bezoek aan Pauw & Jinek een dagje opgeschoven en de gemobiliseerde Groninger boosheid gelaten aan een ander? Het zou kunnen, maar ik vermoed van niet. Het was campagnetijd en het ging om gerespecteerde, veelbekeken programma’s waar politici graag hun verhaal willen doen. Onderschat – zéker in campagnetijd – niet wat een programma te bieden heeft aan de politicus. Dan kan het ook met open vizier, zou je denken – van beide kanten overigens, en zonder te vervallen in zouteloze verkiezingsslogans. Je betrouwbaarheid als journalist (of als campagneteam) geef je beter niet te snel weg, en alleen om een écht goede reden.

Ging het allemaal te hard deze campagne? Het was niet altijd even netjes. Soms vloog het bijna uit de bocht. Het leverde wel gesprekken op die er toe deden en die anders misschien niet gevoerd waren, met politici die zich moesten en ook mochten verweren. Maar het vlak helt.